Column

De storm uitzitten

Ze zijn bitterzoet, de herinneringen aan het precoronatijdperk die je soms zomaar tegenkomt. Ik vond een foto van een reis naar Liverpool, vier jaar geleden. Voor werk, weliswaar, maar nu, zonder reizen in het vooruitzicht, kon ik alleen maar dromen van de zorgeloosheid van thuiskomen in een hotelkamer, baantjes trekken in het zwembad, en ’s avonds na gedane arbeid de pub in.
De timing van de herinnering aan mijn reisje was trouwens uitstekend. Ik vergeleek destijds hoe Rotterdam en Liverpool omgingen met de bombardementen in de Tweede Wereldoorlog, waarbij duizenden inwoners en kilometers aan havenkade verloren gingen. Best relevant, nu we 75 jaar bevrijding herdenken in een periode van crisis.
Het verschil tussen de twee steden was groot. Rotterdam had zich al overgegeven toen op 14 mei 1940 de bommen vielen. Vier dagen later stortte een kleine coalitie van bestuurders, zakenlui en ontwerpers zich op de wederopbouw van de stad. Na de bevrijding werd niet het bombardement herdacht, maar Opbouwdag gevierd.

‘Churchill kwam in eerste oorlogsjaren niet met boodschap van opbouwen, maar van opoffering’

De Britten gaven zich niet over. Beroemd zijn de woorden ‘we shall never surrender’ die Churchill op 4 juni 1940 uitsprak.

Bij een bezoek aan Liverpool in mei 1941 benadrukte hij dat nog eens. Hij zag de schade die de luchtaanvallen hadden berokkend, maar was vooral onder de indruk van ‘de geest van een onoverwonnen volk.’
Mooie daden en woorden, maar de bewoners van Liverpool liepen echt niet de hele oorlog te zwelgen in onoverwinnelijkheid, noch waren de Rotterdammers tijdens en na de oorlog alleen maar dapper aan het opbouwen. Ooggetuigenverslagen uit beide steden verhalen over verdriet en lusteloosheid – ook tijdens en na de bevrijding.
Churchill kwam in de eerste oorlogsjaren niet met een boodschap van opbouwen, maar van opoffering. Een ander deel van zijn never surrender-speech doet de rillingen nu over mijn rug lopen: ‘Laten we de storm uitzitten’, zegt hij, ‘indien nodig jarenlang, indien nodig alleen.’
Beluister na dodenherdenking die woorden op YouTube, of zet de film Darkest Hour op, waarin de speech prachtig is verfilmd. Churchill benoemt individueel leed, maar benadrukt ook de noodzaak van gezamenlijke discipline.
Hoe ik ook verlang naar het zwembad of naar een biertje in een pub, er zit nu niets anders op dan droog te zwemmen en een strippenkaart te kopen voor de kroeg op de hoek. We hebben het zwaar, sommigen veel zwaarder dan anderen, maar ik fluister tegen mezelf als ik in lusteloosheid dreig te verzinken: het is geen oorlog, dit offer is te overzien. 

Hilde Sennema is freelance schrijver en bedrijfshistoricus, verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Reageer via columnist@fd.nl.