Column

Een koude duik in verhitte tijden

Al een paar maanden staan er foto’s van dampend water in mijn tijdlijn. Het is geen IJslandse warmwaterbron, maar het De Mirandabad in Amsterdam: een vijftigmeterbad in de openlucht. Dagelijks is het volgeboekt door mensen die een verwarmde winterse duik willen nemen. Volgens het NOS-Journaal komen ze van heinde en verre – hélemaal uit Utrecht.
Briljant idee dus, al was er geen sprake van voorbedachte rade. Door corona waren de zwembaden ofwel dicht of – tussen de twee lockdowns in – sterk beperkt in hun aanbod. Het De Mirandabad mocht openblijven en bleef de wintersluiting uitstellen.
Een verklaring voor het mirakel van het De Miranda is wellicht dat zwemmen in de kou momentum heeft. ‘IJsman’ Wim Hof dicht de kou grote gezondheidsvoordelen toe, en ook buitenzwemmen is sinds de gouden Olympische medaille van Maarten van der Weijden populair. Ook ik ben er verslingerd aan geraakt, omdat het verkennen van een meer of rivier oneindig veel leuker is dan 100 keer eenzelfde baantje in warme chloordampen. De vijftigmeterbaan in de openlucht is een prettig compromis.
Maar juist openbare buitenzwembaden – helemaal van 50 meter – zijn schaars. Het onderhoud is duur en veel gemeenten een blok aan het been. In de jaren tachtig en negentig sloten veel buitenzwembaden om de gemeentelijke begroting sluitend te krijgen.
Het spectaculaire buitenbad in mijn geboortedorp Zuidhorn is daarvan een schoolvoorbeeld.

Mijn familie koestert warme herinneringen aan zwemlessen om 7.00 ’s ochtends en tweemaal daags zwemmen in de zomer, aan kustikkertje onder water en kletsen met de jongens op de zonneweide. Het spectaculaire zwembad uit 1972 – met drie duikplanken – hield het uit tot 1988.

‘Gezond, gezellig én goed voor de verbroedering, dus laten we zuiniger zijn op ons zwemerfgoed’

Nu is er alleen nog een particulier binnenbad van 32 graden warm en 14 meter lang. Één duik in die kom lauwe soep en je bent aan de overkant – de hel voor Wim Hof en mijzelf.
Nee, dan het De Mirandabad. Juist door de overwonnen kou is de sfeer in het water en aan de waterkant buitengewoon goed, vertelt Sylvia Bakker-Kempen, die er voor haar Zwempodcast regelmatig te vinden is. Denk de kick van een Nieuwjaarsduik, maar dan in een behaaglijke 20 graden, de hele winter door.
Gezond, gezellig én goed voor de verbroedering, dus laten we zuiniger zijn op ons zwemerfgoed. Extra kosten kun je opvangen met de ouderwetse publiek-private samenwerking van het Sportfondsensysteem, of door obligaties uit te geven voor welwillende zwemfanaten en bedrijven.
Nu echte winters vaker uitblijven, kan buitenzwemmen het nieuwe schaatsen worden. Koek en zopie erbij, schrijf mij maar in.

Hilde Sennema is freelance schrijver en bedrijfshistoricus, verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Reageer via columnist@fd.nl