Column

Groningse ziekte

Er is een tijd geweest dat ik dacht dat er Groningse ziekten bestonden: Groningse vermoeidheid, Groningse pijn en, zoals zuster Klivia zei in ‘Ja zuster, nee zuster’: Groningse bronchitis.
Dat er ook Groningse ongelijkheid bestaat, een chronische vorm van wegkijken en dralen zodra het gaat om het Noorden, bleek deze week eens te meer. De vergoeding van bevingsschade in Groningen loopt wéér vertraging op door onduidelijkheid over wie de schade controleert en wie het geld verdeelt. Ondertussen: twee aardbevingen in drie dagen. De berichten raakten ondergesneeuwd door Grapperhaus en Tour de France.
Toevallig waren we er naartoe gereden, afgelopen weekend – Boerakker, Grijpskerk, Zuidhorn – om iets op te halen van Marktplaats en bij de ouders langs te gaan. We verbleven een nachtje aan de andere kant van de provincie en reden kriskras door aardbevingsgebied – Winsum, Huizinge, Roodeschool – naar de glooiende klei nabij Delfzijl.
Op de radio een onderzoeker die vond dat vrouwen meer moesten netwerken. Kreten als ‘je moet er gewoon op afstappen’ en ‘bewust worden van je eigen kunnen’ klonken heus zinvol, maar leidden af van het werkelijke probleem: structurele ongelijkheid op de werkplek.
Ze zouden ook zomaar over Groningen kunnen gaan. ‘Het mag best wat swingender in het Noorden’, kopte het Nieuwsblad van het Noorden begin jaren 90; ‘Noordelijke ondernemer kan leren van de Randstad’, klonk het in 2013.

De Groninger moest z’n comfortzone uit en ‘eropaf’ gaan, was de kern van de artikelen. Den Haag is te ver weg, zeggen deze assertiviteitsgoeroes. Onzin, natuurlijk. Kijk naar Noorwegen: vanaf Oslo doe je er 7 uur over om naar oliehoofdstad Stavanger te rijden. Toch zette het land de afgelopen decennia een groot deel van haar oliebaten opzij in een fonds voor toekomstige generaties en voor calamiteiten. De spilzucht van Nederland, dat de ingekomen aardgasbaten direct weer uitgaf, noemen ze daar de Dutch disease.

‘Groningen is niet gebaat bij stimulering van kordate ondernemers, net zomin als het glazen plafond wordt doorbroken door een paar vrouwen met assertiviteitstraining’

Groningen is niet gebaat bij stimulering van kordate ondernemers, net zomin als het glazen plafond wordt doorbroken door een paar vrouwen met assertiviteitstraining. Groningen is gebaat bij een eerlijke herverdeling van de aardgasbaten over ruimte en tijd, zoals de Noren doen. Groningen is gebaat bij een calamiteitenfonds met terugwerkende kracht, degelijke investeringen in infrastructuur naar de Randstad en Duitsland, en belangrijker nog: snel en onvoorwaardelijk herstel van woningen in bevingsgebied.
Adequate behandeling van de Dutch disease lijkt in Den Haag niet te bestaan. Het is een Groningse ziekte gebleken. 

Hilde Sennema is freelance schrijver en bedrijfshistoricus, verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Reageer via columnist@fd.nl.