Ontregeld onderwijs
Nadat Jezus Christus ten hemel gevaren was, zo gaat het verhaal, kwamen zijn volgelingen bijeen op het Pinksterfeest. Het begon te waaien, al zagen ze niets bewegen; vlammen verschenen op hun hoofden, en ze begonnen in vreemde talen tegen elkaar te spreken. Omdat de Heilige Geest nu onder hen was, was Gods wet overbodig geworden. Begeesterd deed je vanzelf wat juist was.
Ontregeling dus, in de pure zin van het woord. Tegenwoordig kun je niet meer om dat woord heen, want alles moet ontregeld: we willen af van toenemende regeldruk, en zijn dol op oplossingen die agile en disruptive zijn. Onze nationale ontregelaar, Maurice de Hond, is inmiddels al een paar weken bezig op te roepen tot ontregeling van de Coronamaatregelen.
Ach, zo staan de beste stuurlui altijd aan wal (mijzelf niet uitgezonderd). Maar De Hond gaat ook met zijn ideeën aan de slag. U herinnert zich vast nog zijn internetbeleggingsbedrijf Newconomy of, meer recent, zijn experiment met iPadscholen onder de noemer O4NT – Onderwijs voor de Nieuwe Tijd.
Dat laatste ondervond ik aan den lijve: de buurtschool waar we onze peuter hadden ingeschreven (inmiddels drie jaar geleden) was net dat jaar overgestapt op O4NT. Trots stond de directeur van het schoolbestuur met De Hond – die de school was begonnen omdat hij zijn eigen dochter beter onderwijs gunde – op de foto.
Wij gunden onze dochter vooral veel geknoei met verf en gekras van pen op papier. Bovendien kon onze bijna 4-jarige demonisch worden als ze te lang op een schermpje zat. We waren zacht gezegd wat sceptisch over de centrale rol van de iPad.
Maar ja, die school was zo praktisch dichtbij. Bovendien voorspelde mijn broer, basisschoolleider, dat het wel los zou lopen. Initiatieven als O4NT waren niet bestand tegen de weerbarstige onderwijspraktijk, zei hij.
Hij had gelijk. Het schooljaar was nog niet voorbij of de stekker werd eruit getrokken. In groep 3 konden de kinderen nog nauwelijks schrijven en, zoals dat gaat, waren vooral de zwakkere leerlingen de dupe.
Snel daarna gaf O4NT de geest, maar De Hond ontkende dat zijn idee had gefaald. Hij wees naar anderen: het oude systeem dat niet meebewoog, de onderwijzers die niet in hem geloofden. Het doet denken aan de gebedsgenezer die, bij gebrek aan genezing, de zieke de schuld geeft omdat haar geloof niet groot genoeg is.
Niet dat het onderwijs het heilige vuur van mensen als De Hond niet kan gebruiken. Maar de sector heeft ontregelaars nodig die de regels kennen – van binnenuit en van buiten – en daarom weten welke ze kunnen overtreden of schrappen.
Door begeestering alleen doe je niet vanzelf wat juist is. Om echt goed te kunnen ontregelen, moet je ook bekwaam zijn.
Hilde Sennema is freelance schrijver en bedrijfshistoricus, verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Reageer via columnist@fd.nl.