Column

De corona-pr heeft gewerkt. Gelukkig

Gehoorzaam lopen we achter de badjuf aan. Alles in het zwembad waar mijn dochter les heeft is eenrichtingsverkeer. In een gymzaaltje stellen we ons op 1,5 meter van elkaar op, grijpen plichtmatig naar onze telefoons, en wachten op een horde natte kinderen die hier straks door de coronacoördinator naartoe wordt gebracht om zich om te kleden.
De in allerijl aangelegde infrastructuur is indrukwekkend, maar ik verbaas me vooral over de gehoorzame ouders en het geduld van de mensen in de gele hesjes. ‘Dit is dus moreel,’ schiet door mijn hoofd.
Moreel (in wielerjargon hebben ze het over moraal) is de gemoedstoestand van een groep in moeilijke omstandigheden. Het is een militaire term, die na de Eerste Wereldoorlog steeds vaker werd gebruikt voor het gewone volk. Dat had in de jaren dertig immers nogal te lijden, onder de Grote Depressie en de dreiging van een nieuwe oorlog.
Om het moreel van het volk hoog te houden gebruikten overheden, naast klassieke retoriek, steeds vaker een Amerikaans nieuwigheid: public relations. Pr had zich, met inzichten uit de psychologie, economie een sociologie, eind 19e eeuw ontwikkeld van krijt op een sandwichbord tot de reclamebureaus die we kennen van de serie Mad Men. Pr was bij uitstek geschikt als middel om de massa te beïnvloeden.

Een cynicus zou kunnen zeggen dat de uitvinding van de pr Hitler en Mussolini aan de macht heeft gebracht. Maar ook geallieerde leiders, zoals F.D. Roosevelt, Churchill en onze eigen Colijn, gebruikten radio, kranten en marketingslogans om het volk gerust te stellen of juist naar het front te roepen.
Ik dacht terug hoe wij in toom werden gehouden tijdens de lockdown. ‘We moeten het samen doen’, hoor ik Rutte direct zeggen, naast het hameren op de anderhalve meter afstand en het handen wassen. Er waren noodwetten en boetes, maar vooral veel persconferenties met heel veel uitleg.
Gezien de gehoorzaamheid van de zwemouders heeft de corona-pr heel aardig gewerkt. Toch is de kritiek nu het beste hoorbaar. Onlangs schreef publicist Mark Chavannes nog dat de Hongaarse despoot Viktor Orbán met goedkeuring zou kijken naar de Hollandse noodwetten. Filosoof en FD-collega René ten Bos herkende in de coronaretoriek en -maatregelen ‘fascisme zonder fascisten’.

Ze hebben een punt, maar laten ook zien dat nood-breekt-wet-achtige retoriek in dit land beperkt houdbaar is. In goede Nederlandse traditie gaan we nu evalueren en debatteren, net zolang tot we zeker weten dat we een tweede golf nog beter en democratischer het hoofd kunnen bieden.
Heerlijk vind ik dat. Laten we het moreel nog even hoog houden, samen, met z’n allen.

Hilde Sennema is freelance schrijver en bedrijfshistoricus, verbonden aan de EUR. Reageer via columnist@fd.nl.