Column

Jongens, denk ook eens aan de Pabo

‘Ik ben me schrap aan het zetten,’ zei meneer Sennema, behaaglijk onder de warmtelamp op een terras omdat er binnen in de kroeg geen plek meer was. Ik wist wat hij bedoelde. De gevolgen van de tweede golf zijn ongewis, de reacties op nationaal coronabeleid worden grimmiger, en over de uitslag van de naderende Amerikaanse presidentsverkiezingen wil ik liever niet nadenken. Enfin, we namen er nog eentje.
Het is niet allemaal grimmig, gelukkig, zoals de hoopvolle berichten deze week over het onderwijs. Het initiatief van Pabo-student en voormalig AFM-topvrouw Merel Vroonhoven, bijvoorbeeld, om CEO’s en basisschoolleiders van plek te laten wisselen. Of het bericht dat de aanmeldingen op de Pabo met 31% zijn toegenomen dit jaar.
Ik dacht aan Bas, oud-klasgenoot van de middelbare school, van wie ik op LinkedIn had gezien dat hij Pabo was gaan doen. Ik vroeg hem waarom, en hij vertelde graag en enthousiast. Dat hij bij het bedrijf waar hij na de universiteit was gaan werken WAJONG-ers begeleidde, en dat hij merkte dat hij goed kon luisteren en zag wat deze mensen nodig hadden. En: dat juist dat deel van zijn werk hem het meest motiveerde.
Hij koos niet meteen voor de Pabo omdat hij vond dat hij naar de universiteit moest: een uitvloeisel van de calvinistische angst talenten te verspillen. Maar hij merkte dat zijn praktische eigenschappen de samenleving misschien wel meer brachten dan die universitaire bul.

‘Net zoals ik meer vrouwen in bestuursfuncties wil zien, snak ik naar een betere genderbalans op basisscholen’

Gelukkig voor ons, want het is belangrijk dat mensen als Bas het tekort aan basisschoolleerkrachten – mannen in het bijzonder – lenigen. Net zoals ik meer vrouwen in bestuursfuncties wil zien, snak ik naar een betere genderbalans op basisscholen. Al bij 33% aan mannelijke leerkrachten zijn kinderen veel minder geneigd stereotypen aan te hangen, maar onze basisscholen blijven haken op een schamele 15,6%.
Ik zie dat bij mijn dochter in groep 4. Het valt me op hoe goed ze leert haar emoties onder woorden te brengen, maar ook hoe hardnekkig de culturele rolverdeling – van lieve prinsessen en stoere ridders, van mannelijke professoren en vrouwelijke leerkrachten – nog is.
Bovendien: dat eigenschappen als empathie en lef mannelijk noch vrouwelijk zijn, en dat zowel jongens als meisjes resultaatgericht én sociaal kunnen zijn, wordt onderstreept als onze kinderen dat ook horen van een man. Om meer mannen het basisonderwijs in te krijgen is een loonsverhoging, maar vooral een betere beeldvorming hard nodig. Daarom wil ik me hier richten tot u, ouders van zonen die goed kunnen luisteren, en die weten dat empathie niet voor watjes is: denk ook eens aan de Pabo.

Hilde Sennema is freelanceschrijver en bedrijfshistoricus, verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Reageer viacolumnist@fd.nl.