Column

Ontvaderen

We zaten op het terras van mijn tante in Zuid-India. We dronken rum terwijl ze vertelde over haar jeugd in het dorp waar we beide opgroeiden, over haar reizen en over haar vader die indertijd veel verdriet had over het vertrek van zijn dochter uit Nederland en uit de kerk.
De dag na de rum op het terras moest ze spreken op Internationale Vrouwendag. Dankzij haar stichting die microkredieten verstrekt aan laaggeletterde vrouwen, was ze een lokale beroemdheid in India. Maar ze versliep zich. We hadden haar nooit zoveel moeten laten drinken, riep ze terwijl ze naar de 4×4 rende en ons maande mee te komen.
Ik moest aan haar denken toen ik las over het boek Ontvadering van psycholoog Frank Koerselman. Dat moest wel gaan over het proces waarin je je losmaakt van je vader. Mijn tante en ik wisten hoe dubbelzinnig de relatie met een vader kan zijn. Hoe moeilijk het is tegen zijn mores in te gaan, hoe boos je kunt worden om zijn onbegrip, hoe veel je ondanks alles van hem houdt. En dan waren onze vaders nog liefdevol en aanwezig. Maar nee, het boek gaat over de afnemende invloed van ‘vaderlijke waarden’ in de samenleving, waardoor we geen respect meer hebben voor gezag. Met onrustige nieuwjaarsvieringen, burn-outs en narcistische kinderen als gevolg. Ik ontken die problemen niet. Psycholoog Paul Verhaeghe stelt bijvoorbeeld dat we als samenleving massaal moeite hebben met gezag.

‘Als ik geloofde dat leidinggeven een typisch mannelijke eigenschap is, zou ik haar een vrouw met ballen noemen’

Maar, schrijft hij in zijn boek Autoriteit, dat euvel bestaat al veel langer. Met de hardnekkige wens om de autoritaire vaderfiguur in zijn oude glorie te herstellen maakt hij korte metten.
Wetenschappelijk achterhaald dus, de these van Koerselman, maar ik kan er ook uit eigen ervaring als dochter en als co-ouder geen chocola van maken. Ik ben voor vaders die meer tijd met hun kind doorbrengen, maar de suggestie dat alleen de vader grenzen kan stellen en een kind respect voor gezag kan bijbrengen, is kwetsende onzin.
Terug naar mijn tante. De vrouwen in het dorp noemden haar amma (Tamil voor moeder) omdat ze deed waar ze goed in was: leidinggeven, structuur aanbrengen en vrouwen in een traditionele samenleving leren hoe ze zelf hun brood kunnen verdienen. Als ik geloofde dat dat typisch mannelijke eigenschappen zijn, zou ik haar een vrouw met ballen noemen.
Hoezeer het verhaal van Koerselmans me irriteerde, het idee om de samenleving op de sofa te leggen verdient navolging. Autoriteit is geen vies woord, we moeten alleen leren ermee om te gaan. Dat gaat schoksgewijs, net als volwassen worden. En soms heb je daar een rolmodel bij nodig, zoals een ruimdenkende tante in India.

Hilde Sennema is schrijver en bedrijfshistoricus, verbonden aan Erasmus Universiteit Rotterdam. Reageer via columnist@fd.nl.