Column

Over calvinisten en katholieken

Mijn moeder vond dat ik het toch wel een beetje over mezelf had uitgeroepen, dat virus. In mijn column had ik immers opgeroepen elkaar – in gezinsverband, maar toch – vooral te blijven knuffelen. ‘In Groningen zijn we minder knuffelig’, zei ze, en suggereerde vervolgens dat het virus in het Noorden daarom minder hard toesloeg.
Ach, die heerlijke tegenstelling tussen nuchtere noorderlingen en roekeloze zuiderlingen, tussen calvinisten en katholieken. Ook de afgelopen week waren we weer getuige van een tragikomedie die zich afspeelde langs de lijnen van de hardnekkige these van Max Weber: calvinisten sparen en steken opgebouwd kapitaal weer in hun onderneming, katholieken geven hun verdiende loon uit aan frivoliteiten.

‘Merkel opende met een statige ouverture over de grootste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog’

De tegenstellingen waren theatraal. Merkel opende met een statige ouverture over de grootste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog. Hoekstra en Rutte lieten zich als Ciske de Rat en Pietje Bell opzwepen door de bozige menigte, tot Costa, de goedige Portugese buurman hen een halt toeriep. Hoofdschuddend beklaagde hij zich over hun terugkerende ‘mesquinhez’, een woord dat het midden houdt tussen gierigheid en kleinzieligheid.

Hij werd overstemd door een aria van Conte (die niet had misstaan in een opera van Puccini) waarin hij de Hollandse boefjes opriep aan de goede kant van de geschiedenis te komen staan. Dat Hoekstra zijn excuses aanbood was nauwelijks hoorbaar. Beethovens Negende bleef uit, geen verbroedering aan het einde van dit treurspel.
Sensationeel was het wel, dat openlijke geruzie over oud zeer, maar wat er werkelijk gaande was kun je misschien beter vergelijken met de strubbelingen binnen een gezin bij het verdelen van de erfenis. Corona doet ons rouwen, zegt de Amerikaanse bio-ethicus David Kessler, omdat we acuut onze vrijheid en zorgeloosheid zijn kwijtgeraakt. Opeens moeten we zien om te gaan met angst en verlies, en moeilijker nog: met het verdriet van een ander.
Stel Italië eens voor als het kleine zusje, dat beterschap had beloofd nadat ze de vorige keer aan lager wal was geraakt. ‘Komt ze weer, met haar lege beurs,’ riep Nederland, de oudste broer. ‘Waarom kun je niet eens gewóón doen, je verantwoordelijkheid nemen?’ Het zusje was in tranen: ‘Zie je niet hoe zwaar ik het heb?’ Het middelste kind suste de boel: Nederland had best wat gevoeliger kunnen reageren. De oudste gaf schoorvoetend toe.
De Lutherse moeder Merkel, normaal echt niet zo knuffelig, sloot ze in de armen en loodste haar gezin ook door deze crisis. Ze leefden. Of dat ook lang en gelukkig was, was nog ongewis.

Hilde Sennema is freelance schrijver en bedrijfshistoricus, verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Reageer viacolumnist@fd.nl.