Column

Veilig op vakantie in de camping-car

In mijn oude Volvo reden we naar Frankrijk. Met alle ramen open en met lichte stress of de rammelende uitlaat het zou houden, passeerden we domaniale bossen, zonnebloemvelden en krijtrotsen.
We hadden dit type stationcar gekozen omdat mijn dochter en ik erin konden slapen. Ik had gordijntjes opgehangen zodat we bij het wakker worden enigszins afgeschermd waren van priemende zonnestralen en nieuwsgierige blikken. Het was knus, zonder wc of keuken of ander gerief, maar voor ons nochtans een echte camper.
We waren niet de enigen die kozen voor een vakantiehuis op wielen. Van buren op een camping nabij Le Mans hoorden we dat de camper deze zomer razend populair was: comfortabeler dan een tent, minder kans op coronabesmetting dan in een hotel. Waar op veel campings best nog een plaatsje was voor een tent, waren de plaatsen voor campers strak volgeboekt, zeiden ze.
Zelf reden ze acht jaar rond met hun tweedehands mobilhome, maar de lol was er voor hen nu vanaf. Ze keken uit naar iets kleiners, iets dat niet zo overdreven ‘camper’ schreeuwde.

‘Bij de gratie van deze absolutistische camperkoning mochten we een nachtje blijven’

De twee camperplaatsen (veredelde parkeerplaatsen waar je voor een prikkie een nacht kunt doorbrengen) die we aandeden stonden er vol mee:

wagens met de duurste uitrusting, voor een dubbeltje op de eerste rang.
Onze camperauto werd op een gewilde camperplaats pal aan een Normandisch strand met achterdocht bekeken. ‘Ceci n’est pas un camping-car’, zei de beheerder, onvermurwbaar voor argumenten in mijn beste Frans. Bij de gratie van deze absolutistische camperkoning mochten we een nachtje blijven, samen met zwervers die er hun tentje hadden opgezet. De buren snoefden dat ze de boel goed op slot zouden doen, die nacht.
Veel te verliezen, weinig te genieten, dacht ik, maar ik had makkelijk praten met mijn oude brik, tweedehands strandstoeltjes en primusgasbrandertje.
Het voordeel van een campervakantie is dat je snel weer van vervelende buren verlost bent, maar de uitdaging was een rustige plek te vinden. Toeristen hebben al de neiging samen te klonteren, en algoritmes van kaartenapps en zoekmachines versterken dat alleen maar door de meest populaire plekken prominent weer te geven in zoekresultaten.
Nu onze privacy toch al te lijden heeft in naam van gezondheid, is het een kleine stap een app op de markt te brengen die aangeeft waar het niet alleen veilig, maar ook nog rustig vakantievieren is. En aangezien corona onze vakanties nog een tijdje gaat beheersen, lijkt me dat een gat in de markt. 

Hilde Sennema is freelance schrijver en bedrijfshistoricus, verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Reageer viacolumnist@fd.nl.