Column

Het gevaar van ziekte als metafoor

Pijnlijke borstkas, droge hoest, temperatuur die schommelt tussen de 37,5 en 38,5: ik denk dat ik hét heb. Bij deze milde klachten roept het RIVM op de huisarts niet eens meer te bellen, dus ik blijf in bed, ver bij mijn huisgenoten vandaan, en toets mijn symptomen aan de beeldspraak van lotgenoten. Alsof er een steen op je borst ligt, zegt de een. Alsof er een rasp door je keel gaat, schrijft de ander.
Zolang we weinig weten van een ziekte, zijn we aangewezen op de taal. Hoe beperkt die taal is, beschreef filosoof Susan Sontag in haar boekIllness as Metaphoruit 1974. Ziektes zo plotseling en dodelijk als tuberculose in de 19e en kanker in de 20e eeuw, werden bezworen door het gebruik van metaforen. De ziektes waren een kwestie van karakter: teringlijders waren te gepassioneerd, mensen met kanker kropten hun emoties op. Het gevaarlijke van de ziekte als metafoor, schreef Sontag, was dat dit afleidde van het letterlijke probleem, en dat de behandeling tekort schiet.
Andersom gebeurt het ook: de beeldspraak van ziekte doorspekt ons dagelijks leven. Een externe aanval op een computer noemen we een virus, en de koninklijke beeldspraak over het eenzaamheidsvirus ging viral. De ziektemetafoor is effectief, maar ook makkelijk te misbruiken.

Geert Mak voorspelde in dagblad De Morgen dat de coronacrisis de vrije markt, ‘het dogma van de voorbije decennia’, aan het wankelen zou brengen.Hij zag het al voor zich: deze herbezinning zou het einde betekenen van dat vermaledijde neoliberale systeem.
Mak staat in een lange traditie van critici die De Vrije Markt zien als ziek, zwak of stervende. Die kritiek heeft de vaagheid van een homeopaat die iemand met kanker behandelt. Het is niet alleen nutteloos, maar ook opportunistisch. Het virus wordt nu gezien als loutering, van vervuilde lucht of juist klimaathysterie, van globalisering of een te grote overheid. De een ziet in de crisis een straf van God, de ander een bevestiging van het Darwinisme.
Ik wil niet beweren dat deze crisis geen vinger op de zere plek legt. Maar in plaats van in raadselen te spreken over de leefstijl van de zieke samenleving, kunnen we ons beter richten op wat er nodig is haar beter te maken. De metaforen van het genezen worden al volop gebruikt: met financiële stimuli en injecties proberen we de patiënt in leven te houden. Het is nu tijd om met chirurgische precisie te kijken wat er mis is.
Want er is weinig figuurlijk aan deze crisis. Bedrijven gaan feitelijk failliet, mensen gaan echt dood. We lijden te letterlijk aan dit virus om het als metafoor te gebruiken.

Hilde Sennema is freelance schrijver en bedrijfshistoricus, verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Reageer via columnist@fd.nl.