Column

Niks meer gewend

Historici houden van crises. Gezondheidscrises zijn al helemaal interessant: niets vertelt zoveel over politieke en institutionele verhoudingen als een flinke epidemie. Natuurlijk: je leert er niet van hoe je een virusuitbraak kunt voorkomen, of hoe je een vaccin uitvindt. Wel kan de geschiedenis helpen om beter te snappen wat er gebeurt als de ontwikkelingen rond een virusuitbraak elkaar snel opvolgen en ons verwarren. Vier bescheiden lessen:
1. Aan de globalisering ligt een uitbraak niet – althans niet helemaal. De pest is het beste voorbeeld dat ziekteverwekkers ook zonder vliegverkeer hun weg prima wisten te vinden. Rond 1348 stierf meer dan de helft van de Europese bevolking aan een bacterie die uit Azië kwam, maar elke paar decennia over de hele wereld slachtoffers maakte.
2. We zoeken naar een schuldige, omdat de plotse heftigheid van een epidemie moeilijk te bevatten is. Joden waren de zondebok van de pestuitbraak in 1348, en hele Joodse gemeenschappen werden erom uitgemoord. Ook al weten we nu waar ziektes vandaan komen, op Facebook staan complottheorieën dat Covid-19 in een Amerikaans/Chinees/Saoedi-Arabisch laboratorium (doorhalen wat niet van toepassing is) in elkaar is geknutseld als biologisch wapen.

3. Het zijn gouden tijden voor opportunisten. Rond 1918 stonden de kranten vol met kwakzalvers (‘Geen Spaansche Ziekte meer door ’t gebruik van Wonderolie’) en bangmakers (‘Verzekert U nog HEDEN. Morgen kan het TE LAAT zijn’) Naast de hedendaagse wonderoliën – olie van wilde oregano schijnt hét anti-coronamiddel te zijn – moet je oppassen dat je niet gehackt wordt bij het inloggen op de thuiswerkomgeving.
4. We zoeken naar het positieve, soms tegen de klippen op. Quarantaine kan iets moois opleveren: Isaac Newton ontwikkelde zijn theorie over zwaartekracht terwijl Cambridge plat lag vanwege de pest. Een andere neiging is te denken dat een uitbraak de samenleving loutert van zonden, zinloze vergaderingen en financiële hoogmoed. Het wordt echter gevaarlijk als je de pandemie gaat zien als duurzame oplossing voor CO2-uitstoot of, godbetert, vergrijzing.
We zijn niks meer gewend, bedacht ik ten slotte, terwijl ik 14de-eeuwse tekeningen bekeek van builenpest en pogroms. Het was ook de gedachte die me bekroop toen ik op het Journaal een huilende Italiaanse verpleegkundige over haar triagewerk hoorde. Zij en haar collega’s moesten kiezen wie aan de beademing mocht en wie er zou sterven. Dat kennen we alleen nog uit verhalen over oorlogen en ontwikkelingslanden. We zijn niks meer gewend, en hopelijk houden we dat zo.

Hilde Sennema is freelance schrijver en bedrijfshistoricus, verbonden aan de Erasmus Univeristeit Rotterdam. Reageer via columnist@fd.nl.